Begeleiding Startende Leraren – Regio Utrecht

Nieuws

Het project Een sterk begin: Stand van zaken en een vooruitblik

Binnen het project Een sterk begin werken op dit moment 33 VO-scholen in de regio Utrecht samen met de lerarenopleidingen van de UU en de HU aan een driejarige ondersteuning van startende leraren in het onderwijs. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van OCW.  In dit artikel gaan we in op de aandachtspunten die uit de recente ronde langs de projectscholen naar voren kwamen. Aan het eind van deze bijdrage kijken we vooruit naar de komende jaren waarin de ontwikkeling van inductietrajecten op de projectscholen centraal staat en een verdere koppeling met de lerarenopleidingen onderzocht wordt.

Het project Een sterk begin sluit aan bij bestaande begeleidingsprogramma’s van scholen. In het komende schooljaar bezoeken we iedere school die aan het traject deelneemt. Tijdens het bezoek maken we met de school de stand van zaken op en bespreken we welke ontwikkeling of ondersteuning gewenst is. We verzorgen observatie- en coachingstrainingen, we begeleiden scholen bij teamprofessionalisering en we zorgen ervoor dat er uitwisselingen plaats kunnen vinden tussen schoolopleiders/coaches van de deelnemende scholen. Deze uitwisselingen zijn gericht op het ontwikkelen of systematiseren van een driejarige begeleidingsstructuur. Op de website stellen we materiaal en draaiboeken ter beschikking.

Voor startende leraren heeft in Utrecht twee keer het starterscafé plaatsgevonden. Komend schooljaar organiseren we bovendien op 27 oktober een werkconferentie speciaal voor de starters met een nevenprogramma voor hun schoolopleiders/coaches.

 

Startende leraren en werkdruk

Eén van de thema’s binnen het project betreft de vraag of onze jonge docenten wel voldoende ruimte hebben om hun werk goed en met plezier te doen. De politieke discussie over de urennorm in het onderwijs sluit hier goed bij aan. De urennorm ligt in Nederland hoger dan in andere landen. Wij horen van veel startende docenten dat werken in het onderwijs uitdagend en motiverend is, maar ook zwaar. Startende leraren hebben nog veel voorbereidingstijd nodig. Ze maken veel spannende dingen mee zoals het omgaan met leerlingen, collega’s en ouders. In hoog tempo zijn ze bezig met het verwerven van complexe leraarsvaardigheden zoals het gebruiken van ingewikkelde werkvormen en differentiatie.

In de Volkskrant van 8 juni betoogt Jasper Rijpma, eerder leraar van het jaar, dat het werk als docent soms neerkomt op hobbyisme. Het beeld is dat leraren veel vakantie hebben, maar de realiteit is vaak dat leraren veel vrije tijd investeren. Sommige startende docenten verlaten het onderwijs vanwege de werkdruk. Dat is erg jammer want we hebben deze vaak goede en betrokken docenten hard nodig.

In de politiek is de werkdruk van leraren ook een thema. In de Tweede Kamer is er op dit moment een meerderheid voor maximaal 20 lesuren per week. Naar aanleiding van deze ontwikkeling pleit de NRC op 9 juni in het hoofdredactioneel commentaar voor experimenten om de werkdruk in het onderwijs te verminderen, zeker voor beginnende docenten. In de onderhandelingen tussen de scholen als werkgevers en de startende leraren als werknemers staat werkdruk steevast op de agenda. Voor startende leraren is in de cao afgesproken dat zij in het eerste beroepsjaar recht hebben op een reductie van 20% en in het tweede beroepsjaar een reductie van 10%. Het verschilt van school tot school hoe dit wordt ingevuld.

Uit landelijk onderzoek (o.a. van het CPB, juni 2016) weten we dat als beginnende leraren in de eerste beroepsjaren (de inductiejaren) deskundig begeleid worden en als zij minder belast worden, zij zich het beroep echt eigen maken en met meer plezier en zelfvertrouwen voor de klas blijven staan. Ook daarom is het is belangrijk dat scholen de werkdruk doseren en de begeleiding goed vormgeven.

 

Ronde langs de projectscholen: aandachtspunten

Uit de ronde die we langs de projectscholen maakten, komen een aantal aandachtspunten naar voren. Het belang van een uitgewerkte organisatiestructuur en een uitgewerkt beleid rondom inductie werd door velen genoemd. Bijna alle scholen in het project beschikken over uitgewerkte begeleidingsplannen en zijn bezig die verder te ontwikkelen. Daarbinnen zorgen de scholen voor een passende werkdruk voor startende leraren en voor voldoende leerzaam werk. Vooral begeleidingsstructuren voor het tweede  en het derde jaar vormen een aandachtspunt.

Schoolopleiders hebben tijd nodig om hun taak goed te vervullen en het helpt als schoolopleiders op het gebied van startende leraren gesprekspartner zijn voor de schoolleiding. Zo zouden algemene punten in de POP’s met de schoolopleiders gedeeld kunnen worden zodat daarop gecoacht kan worden. Een aandachtspunt daarbij is een goede scheiding tussen de begeleiding door de schoolopleiders en coaches en de beoordeling die door de schoolleiding geschiedt.

Verder lijken vaksecties vaak te los te staan van de schoolopleiders/coaches. Binnen het project wordt op elke school de ICALT-observatiemethode  gebruikt. Een methode waarbij klassenmanagement, pedagogische handelen  en effectief lesgeven gecombineerd worden. Sinds begin 2016 is er een training coachen met ICALT. De combinatie observeren en coachen lijkt erg effectief (zie de bijdrage van Rosanne Zwart in deze nieuwsbrief).

Het complete verslag van de schoolbezoeken van het schooljaar 2015-2016 vindt u hier.

Ontwikkelingen binnen het project

In het komende jaar geven we het project verder vorm door extra aandacht te geven aan de volgende twee thema’s:

  1. Nog meer inzetten op schoolspecifieke ontwikkeling van inductietrajecten. Daartoe gaan we het komende jaar alle projectscholen bezoeken om met behulp van een inductiemonitor en de op de website beschikbare draaiboeken en instrumenten de begeleidingstrajecten te evalueren.
  2. We starten experimenten om een verdere koppeling van de lerarenopleiding en de eerste beroepsjaren te realiseren. Het komende jaar krijgen startende docenten de mogelijkheid om deel te nemen aan enkele hoorcolleges binnen de lerarenopleiding. Hierin kunnen starters en begeleiders hun kennis en inzicht vergroten over thema’s als klassenmanagement en pedagogiek. Het aanbod wordt op de website bekend gemaakt. Startende docenten krijgen hierover ook per mail informatie. Omgekeerd gaat de lerarenopleiding versterkt gebruik maken van ICALT-observatie en de ICALT-coaching.

 

Ko Melief – projectleider Een sterk begin