Begeleiding Startende Leraren – Regio Utrecht

Ondersteuning door de vaksectie

 

Een startende leraar draagt vanaf de eerste dag de volle verantwoordelijkheid voor zijn of haar klassen. Voor een startende leraar is het prettig om te kunnen samenwerken over de lesinhoud en over de vakdidactiek. Een goed samenwerkende sectie helpt daarbij.

Uitwerkingen en materialen

  • Voorbeelduitwerking van een draaiboek voor ondersteuning door de sectie.
  • Intervisie: vakdidactiek en vakinhoud – tijdens deze bijeenkomst kunnen startende leraren vragen m.b.t. de vakdidactiek en de vakinhoud bespreken met de sectie. De hier beschreven methode is een variant op de incidentmethode: de roddelmethode.
  • Intervisie: les voorbereiden – tijdens deze bijeenkomst kan de startende leraar vragen over lesvoorbereiding stellen aan collega’s uit de sectie. Na een ronde van vragen gericht op een toelichting worden tips uitgewisseld.
  • Intervisie: toetsen ontwikkelen – de startende leraar kan tijdens deze bijeenkomst te rade gaan bij zijn of haar collega’s over het ontwikkelen van toetsen. In intervisievorm worden vragen besproken en tips uitgewisseld.
  • Observeren bij ervaren collega’s: observatiecyclus – op basis van verschillende lesobservaties bij ervaren en startende collega’s stelt de startende leraar doelen op voor zijn of haar professionele ontwikkeling (bijvoorbeeld in een POP). Voorafgaande aan de lesobservaties worden gezamenlijk observatiedoelen en -criteria opgesteld. De lessen worden gezamenlijk nabesproken.
  • Observeren bij ervaren collega’s: routines – de startende leraar observeert routines van verschillende collega’s en beziet of deze routines ook voor hem of haar toepasbaar zijn. De startende leraar let op specifieke delen van de les.

Meer weten?

Wilt u meer lezen over de ondersteuning door de sectie? Kijk dan hier.